Een tupilak is een wezen dat de Inuit, de oorspronkelijke bewoners van Groenland, maakten om anderen onheil te berokkenen. In een serie van vier tekeningen uit 1934 laat de Groenlandse kunstenaar Kavkajik Kârale Andreassen, kortweg Kârale, zien hoe dat in zijn werk gaat.
1. Op de voorgrond zit een oude vrouw op een steen. Ze is jaloers op het jonge echtpaar waarvan de man een groot jager is en bij wie zij in de tent woont. In de verte zien we dat de man juist met drie grote zeehonden achter zijn kajak terugkomt en zijn vrouw hem vanaf de tent tegemoetkomt. De oude vrouw maakt, bij een kindergraf gezeten, onheilbrengende middelen gereed voor de vervaardiging van een tupilak: in de hand houdt ze een stuk vlees van een lijk, rechts voor haar voeten ligt een schedel.
2. De oude vrouw legt het stuk vlees onder de ingang van de tent, zodat de jager als hij binnengaat er op moet stappen, wat hem ongeluk, misschien wel de dood zal brengen. Maar de jager heeft zich achter een stuk rots verscholen en ziet wat de vrouw van plan is.
3. De tupilak die de vrouw gemaakt heeft bestaat uit een mensenschedel, een meeuwenlichaam, een ravenpoot en een hondenpoot. Op de achtergrond ziet men het jonge echtpaar vertrekken, dat zich, na wat de man gezien heeft, niet meer veilig voelt. Het kleine hoorntje op de kap van de anorak van de man moet het kwaad weren. Het geeft aan dat hij over bepaalde eigenschappen beschikt die hem macht geven over bovennatuurlijke wezens, zoals de tupilak. Hierdoor kijkt de tupilak de andere kant op waardoor hij het echtpaar niet ziet.
4. Hier is het dramatische slot afgebeeld: de tupilak heeft de alleen achtergebleven oude vrouw gedood. Wanneer een tupilak een te sterke tegenstander ontmoet, zoals hier het geval was, keert hij zich tegen zijn maker, die dan reddeloos verloren is.
De tekeningen van Kârale bevinden zich momenteel in het depot van het Museon en zijn niet te zien in de tentoonstelling!