Jacques v.d. Neut
Audio-visuele presentatie door oud Staatsboswachter en fotograaf Jacques van der Neut
Voor november 1970 hadden wind en water vrij spel in de Zuidhollandse- en Zeeuwse delta. Na de Stormvloedramp in februari 1953, besloot de Nederlandse overheid tot de aanleg van de Deltawerken. Niet alle zeearmen werden afgesloten: de Westerschelde bleef open en in de monding van de Oosterschelde bouwde men de Pijlerdam. De overige zeearmen werden van de Noordzee gescheiden door middel van diverse, betonnen waterkeringen. De Nieuwe Waterweg bleef weliswaar open, maar werd voorzien van de Maaslandkering.
Jacques van der Neut laat u zien hoe het karakter van de delta door deze ingrepen ingrijpend veranderde. Het ontpolderen van bepaalde gebieden zoals de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen zorgde decennia lang voor verzet en juridische haarkloverij. Ook in het Haringvliet volgden de nodige veranderingen: zo werden de Beninger Slikken en de Korendijkse Slikken omgevormd naar moerasnatuur, evenals het riviereneiland Tiengemeten. Op de verruigde gorzen broeden allerlei vogels zoals rietgors, blauwborst, bruine kiekendief en sinds kort broeden er ook zeearenden. Jacques vertelt hoe de natuur bevorderd wordt, ondanks de ingrijpende maatregelen.