Audiovisuele presentatie door schrijfster Ineke Strouken
Tot ver in de negentiende eeuw werd het jaar verdeeld in twee delen: de slechte en de goede tijd. De moeilijke tijd begon op Sint Maarten, 11 november, en liep tot en met Carnaval. Daarna begonnen de voorbereidingen voor de goede tijd die begon met Pasen.
De christelijke feestdagen hielpen met overleven. Op feestdagen, zoals Sinterklaas en Driekoningen, mochten mensen langs de deur gaan om te bedelen en de twee vastenperioden aan het begin en het einde van de slechte periode zorgden er voor dat niet alles meteen werd opgegeten. Over al die feestdagen is een religieus verhaal te vertellen, maar ook een cultureel verhaal. Waarom zetten wij met Kerstmis een boom met ballen in huis en steken wij op oudejaarsavond vuurwerk af ? Waarom verkleden wij ons met Carnaval en sluiten wij af met haring? Waarom geven wij elkaar speculaaspoppen en chocolade munten met Sinterklaas? Heeft deze goed heilig man echt bestaan?
Al deze feesten hebben een historisch verhaal. In deze lezing vertelt Ineke Strouken waar de tradities en rituelen in de winter vandaan komen.